Totaal aantal pageviews
Posts tonen met het label machinefabriek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label machinefabriek. Alle posts tonen
maandag 25 september 2017
woensdag 15 oktober 2014
OPEN ARCHIEVENDAG IN GEMEENTEARCHIEF VLISSINGEN 25 OKTOBER 2014
De Clijverstraat 100 jaar geleden
Op zaterdag 25 oktober zet het Gemeentearchief
Vlissingen haar deuren wagenwijd open, zelfs de deur van het archiefdepot..
Deze archievendag maakt
onderdeel uit van de 'Maand van de geschiedenis', met als thema: ‘Vriend en Vijand’. Onze
foto-expositie over de Eerste Wereldoorlog verwijst naar dit thema.
Activiteiten die dag
·
Rondleiding
in het archiefdepot met hoogtepunten als:
·
een brief
met de handtekening van Michiel de Ruyter,
·
het oudste
archiefstuk (1505)
·
bouwtekeningen
uit het archief van scheepswerf De Schelde
·
een kaart
met alle bominslagen die in Vlissingen plaatsvonden tijdens WOII
·
het briefje
dat in de koker werd gestopt, onder het standbeeld van De Ruyter
Aanvang rondleidingen:
12.00, 13.30 en 16.00 uur
De archiefschatten liggen veilig in een depot opgeslagen;
de juiste temperatuur en luchtvochtigheid zorgen er voor dat het materiaal tot
in lengte van jaren bewaard blijft. Normaal gesproken is deze ruimte dan ook
gesloten voor het publiek. Wilt u toch eens een blik werpen in de archiefruimte
waar de gemeente haar meest belangrijke en mooiste stukken bewaart, kom dan
naar de archievendag.
·
Tonen van
oude schoolplaten
Oudere generaties groeiden er mee op. Een vorm
van aanschouwelijk onderwijs, nog altijd meer dan de moeite waard om te tonen.
·
Verkoop van enige
overtollige boeken en prentbriefkaarten
Het archief is in het bezit van overtollige
boeken en prentbriefkaarten, die in aanmerking komen voor afstoting. Soms gaat
het om exemplaren die in veelvoud aanwezig zijn in het archief. Antiquarisch
materiaal zult u echter niet aantreffen bij deze verkoop.
· Tentoonstelling ‘Beter een goede buur dan een
verre vriend’. Vlissingen tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Hierbij aandacht voor de mobilisatie, militaire
begraafplaats WO I, het moederhuis, zeemijnen, de kunstschilder Gerard Jacobs
en een beeld hoe Vlissingen er in 1915 uitzag. Zie bijlage!
·
Presentatie
van het Open Cultuur Data Project; tekeningen Machinefabriek-Ketelmakerij Kon.
Mij. De Schelde 1876-1938. Deze tekeningen zijn beschreven en met behulp van
Damen Schelde Naval Shipbuilding gedigitaliseerd. Hierbij wordt gebruik van het
materiaal voor bijvoorbeeld publicaties eenvoudiger en wordt archiefonderzoek
gestimuleerd.
Aanvang presentaties:
11.00 en 15.00 uur
·
In het kader
van Vaders Voor Lezen (i.s.m. bibliotheek ’t Spui) leest de gemeentearchivaris
voor aan kinderen van 4 tot 8 jaar. Daarna gaan we op zoek naar het
archiefspook. Tijd: 13.30-14.30 uur. Voor dit onderwerp aanmelden bij activiteit@spui.nl.
·
Doorlopende
presentatie van foto-aanwinsten
·
Voor de
bezoekers een gratis afdruk van een machinetekening van wachtschip de
Noord-Brabant
Gemeentearchief
Vlissingen
Hellebardierstraat 2
Tijd: 10.00-17.00 uur
·
PS; daarnaast
is ook een bezoek aan de Michiel de Ruyterdag in het muZEEum aan te
bevelen.
donderdag 4 september 2014
Stoommachines en schepen uit Vlissingen: William Hamilton Martin
Denk je aan de Industriële Revolutie dan zijn fabrieken, stoommachines en fabrieksarbeiders onmisbare elementen. Nederland liep hierbij ten opzichte van Engeland (inclusief Schotland) en België achter. Pas vanaf circa 1850 kwam er goed de gang in. Vlissingen moest nog even wachten. De marinewerf bood aan honderden arbeiders werk en er werd geëxperimenteerd met stoom en nieuwe technieken maar de werf werd in 1867 opgeheven. In 1875 besluiten een aantal mensen een scheepswerf annex machinefabriek-ketelmakerij op te richten. Op dat moment is er geen sprake van grootschalige industrie c.q. nijverheid in de stad. Ja, er is een chocoladefabriek, een sigarenfabriek en een zeepziederij maar daar houdt het wel een beetje mee op. De uitbreiding en verbetering van het spoornetwerk en de havenwerken hebben ook (nog) niet het gewenste resultaat opgeleverd.
Arie Smit en de andere aandeelhouders hebben grootse plannen. Maar daarvoor heb je wel gebouwen, gereedschap en niet te vergeten inspirerende en goed opgeleide werknemers nodig. De Kon.Mij. De Schelde nam een aantal mensen aan die het bedrijf door de eerste en moeilijke jaren heen sleepten. Als directeur wordt Joseph van Raalte benoemd. Hij blijft dat gedurende 44 jaar. Zijn neef is consul in Glasgow, Schotland, wat zorgt voor belangrijke contacten met de firma John Elder&Co. Deze Schotse firma is bereid haar (technische) kennis etc. te delen waardoor men in Vlissingen elk schip of machine kon bouwen waarnaar vraag was.
Maar in 1875 verscheen nog een Schot op het Vlissingse toneel. William Hamilton Martin was zijn naam. Geboren in 1850 in hetzelfde Glasgow, verhuist hij in 1862 als wees naar Nederland. Hij wordt opgevangen door zijn oom David Christie in Rotterdam en in diens machinefabriek als tekenaar aan het werk gezet. Vijf jaar later overlijdt zijn oom. William gaat vervolgens aan de slag bij de Rotterdamse firma Burgerhout en Kraak. Hier begint zijn technisch inzicht steeds meer op te vallen. Stoommachines voor sleepboten en stoomketels waren zijn specialiteit. Deze jonge man, slechts 25 jaar oud, wordt aangetrokken om in Vlissingen de bouw van stoommachines en –ketels van de grond te krijgen. Dat lukte wonderwel. Toen de machinefabriek na slechts enkele jaren afbrandde, ontwerpt hij een nieuw gebouw. Met de vele boogramen had het wel wat weg van een kerk.
In de daaropvolgende jaren verbetert hij diverse bestaande ontwerpen en past nieuwe technieken toe. Ook de nieuwste snufjes op het gebied van machines en gereedschap komen naar Vlissingen. Een voorbeeld is de eerste hydraulische klinkmachine in Nederland.
Zijn technisch inzicht wordt door ook anderen ingezien. De gemeente vraagt hem in 1883 om advies waarom de stoomtram tussen Middelburg en Vlissingen continue uit de rails loopt. In 1886 slaat William onverwachts een andere weg in. Hij vraagt de gemeente Vlissingen om toestemming voor het bouwen en vervolgens exploiteren van een wandelpier annex wandelsteiger gelegen aan het strand. Twee jaar later blijkt echter dat niet hij maar de gemeente de steiger wil gaan exploiteren.
Niet terneergeslagen gaat William door met doen van uitvindingen. Zo wordt een ventilatiesysteem voor stookplaatsen door hem uitgevonden. Op deze gewoonlijk toch warme plaatsen wordt het nu zelfs als koud ervaren! Bang aangelegen is hij bepaald niet. In 1899 vindt een spoorwegongeluk te Vlissingen plaats. William zit in de volgende trein en grijpt onmiddellijk in als hij ziet dat de stoomketeldruk in de locomotief oploopt. Om een ramp te voorkomen, sluit hij de kraan waardoor de stoom kan ontsnappen. In latere jaren wordt zijn technische kennis ook gebruikt om offertes uit te brengen voor de bouw van schepen. Zo maakt hij een reis naar Griekenland voor de eventuele bouw van oorlogsschepen door De Schelde. Ernstig ziek gaat William in 1917 naar Rotterdam waar hij toch plots komt te overlijden. Hij wordt echter begraven in Vlissingen. Ook na zijn dood blijft men schepen, machines, ketels en later zelfs vliegtuigen bouwen in de Vlissingse binnenstad. In 1975 loopt het laatste schip van stapel. Vandaag de dag resteren nog ‘tastbare’ herinneringen als de machinefabriek, timmerfabriek en de scheepshellingen.
Leestips
Stenen documenten: het graf van ingenieur Martin
De hellingen in de Dokhaven
De kappen op de marinewerf en Schelde werf
De machinefabriek en ketelmakerij 1876-
G.A. de Kok. De Koninklijke Weg. Honderd jaar geschiedenis Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen 1875-1975.
J. de Ridder. Van timmerwinkel tot stadsmonument.
Tips
Gemeentearchief Vlissingen de beheerder van het papieren (vanaf 1505) en deels digitale erfgoed en met een foto- en prentbriefkaartencollectie van meer dan 50.000 stuks. Onder het tabblad Geschiedenislokaal staan diverse artikelen betreffende de geschiedenis van Vlissingen, Ritthem en Souburg. Het gemeentearchief heeft ook een eigen Weblog met artikelen over onder meer de maritieme geschiedenis en wat een archief eigenlijk is.
Bibliotheek Vlissingen met een rijke collectie aan boeken en tijdschriften over de geschiedenis van Vlissingen, Ritthem en Souburg.
Zeeuws Maritiem muZEEum met een rijke collectie aan voorwerpen waaronder scheepsmodellen en waarbij ook de geschiedenis van de scheepswerf Kon.Mij. De Schelde aan bod komt.
Stichting Scheepsbouw Geschiedenis welke zich bezig houdt met de geschiedenis van de scheepswerf Kon.Mij. De Schelde en onder meer rondleidingen verzorgt, in de voormalige Verbandkamer allerlei voorwerpen tentoonstelt etc.
Arie Smit en de andere aandeelhouders hebben grootse plannen. Maar daarvoor heb je wel gebouwen, gereedschap en niet te vergeten inspirerende en goed opgeleide werknemers nodig. De Kon.Mij. De Schelde nam een aantal mensen aan die het bedrijf door de eerste en moeilijke jaren heen sleepten. Als directeur wordt Joseph van Raalte benoemd. Hij blijft dat gedurende 44 jaar. Zijn neef is consul in Glasgow, Schotland, wat zorgt voor belangrijke contacten met de firma John Elder&Co. Deze Schotse firma is bereid haar (technische) kennis etc. te delen waardoor men in Vlissingen elk schip of machine kon bouwen waarnaar vraag was.
Gemeentearchief Vlissingen Beeldbank nr. FA2693
Zijn technisch inzicht wordt door ook anderen ingezien. De gemeente vraagt hem in 1883 om advies waarom de stoomtram tussen Middelburg en Vlissingen continue uit de rails loopt. In 1886 slaat William onverwachts een andere weg in. Hij vraagt de gemeente Vlissingen om toestemming voor het bouwen en vervolgens exploiteren van een wandelpier annex wandelsteiger gelegen aan het strand. Twee jaar later blijkt echter dat niet hij maar de gemeente de steiger wil gaan exploiteren.
Archief Kon.Mij. De Schelde Koopvaardijscheepsbouw nr. 533.1741
Grafzerk Martin te Vlissingen april 2014
Leestips
Stenen documenten: het graf van ingenieur Martin
De hellingen in de Dokhaven
De kappen op de marinewerf en Schelde werf
De machinefabriek en ketelmakerij 1876-
G.A. de Kok. De Koninklijke Weg. Honderd jaar geschiedenis Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen 1875-1975.
J. de Ridder. Van timmerwinkel tot stadsmonument.
Tips
Gemeentearchief Vlissingen de beheerder van het papieren (vanaf 1505) en deels digitale erfgoed en met een foto- en prentbriefkaartencollectie van meer dan 50.000 stuks. Onder het tabblad Geschiedenislokaal staan diverse artikelen betreffende de geschiedenis van Vlissingen, Ritthem en Souburg. Het gemeentearchief heeft ook een eigen Weblog met artikelen over onder meer de maritieme geschiedenis en wat een archief eigenlijk is.
Bibliotheek Vlissingen met een rijke collectie aan boeken en tijdschriften over de geschiedenis van Vlissingen, Ritthem en Souburg.
Zeeuws Maritiem muZEEum met een rijke collectie aan voorwerpen waaronder scheepsmodellen en waarbij ook de geschiedenis van de scheepswerf Kon.Mij. De Schelde aan bod komt.
Stichting Scheepsbouw Geschiedenis welke zich bezig houdt met de geschiedenis van de scheepswerf Kon.Mij. De Schelde en onder meer rondleidingen verzorgt, in de voormalige Verbandkamer allerlei voorwerpen tentoonstelt etc.
vrijdag 31 januari 2014
Een onbekende tekening uit 1876 baart opzien Niet de Zeeuw maar een ponton is het eerste schip gebouwd door De Schelde
Op een doorsnee ochtend kreeg ik een onooglijk stuk papier
van A3 formaat bezaaid met roestbruine vlekjes in mijn handen. In vaktermen
noemen we dat ‘weer’ maar het heeft wel wat weg van pokken. Weer en pokken
hebben ook iets gemeen(s), beide laten littekens achter, de een op papier, de
ander op huid. Het is een tekening op calque papier in een snelle schatting
daterend uit de laatste kwart van de 19e eeuw. Mooi en strak
getekend op schaal 1:50, maar niets opzienbarends. Volgens het opschrift is het
een ijzeren werf- en ketelpont. De stempel is slecht leesbaar en gedateerd 22
februari 1876 of 1878. Het laatste cijfer is niet goed leesbaar. Ook ‘spreekt’ de
stempel over de Koninklijke Maatschappij, maar dat predicaat kreeg De Schelde
al in 1875. In
eerste instantie denk ik dat het gaat om de ijzeren kiellichter in 1877 gebouwd
voor de Koninklijke Marine. Qua uiterlijk komen beide vaartuigen met elkaar
overeen. Later maar eens opnieuw bekijken. Ik leg de tekening op de tafel
achter mij, eerst verder gaan met de grote stapel tekeningen die nog op mijn
bureau ligt.
Toch knaagt er iets in mijn achterhoofd. Nogmaals de
tekening en met name het stempel bekeken met mijn collega’s. Eindigt de datum
nu op een ‘6’ of een ‘8’. Om aan de onzekerheid een eind te maken, besluit ik
het directiearchief te raadplegen. In de kluis staande realiseer ik mij dat ik vergeten
ben de inventarisnummers voor de notulen van de directie te noteren. Wel heb ik
een paar opties genoteerd voor de financiële en orderadministratie. Bij het
eerste boek (nr. 1216) wat ik opensla is het raak. Ik zie De Zeeuw staan en
blader even door naar de kiellichter voor de marine. Inderdaad gebouwd in 1877
maar in 1878 geen ketelpont. Teruggebladerd naar de eerste bladzijde staat
bovenaan dat voor De Schelde in 1876 een ‘IJzeren werkvaartuig tot het
vervoeren van zware lasten circa 60 Ton’ werd gebouwd. In de linkerkolom staat
Schip no. 1, alleen is later de ‘1’ doorgehaald en vervangen door een ‘0’. Maar
de visbunsloep De Zeeuw was toch het eerste schip dat gebouwd werd? Dat
vermelden alle boeken en websites immers. En ja, ook de Zeeuw staat in het
boek, alleen er onder In de eerste kolom
staat voor haar 14 April Schip nr. 2, alleen is later de ‘2’ doorgehaald en
vervangen door een ‘1”.
Met andere woorden: Ja, de Zeeuw was het eerste schip gebouwd
voor een externe afnemer, nee het was niet het eerste vaartuig gebouwd door de
De Schelde. Dat was namelijk dit onooglijke werkvaartuig. Dus de
geschiedenisboeken moeten worden aangepast. Bovendien is dit nu de oudste
scheepsbouwtekening in het Schelde-archief.
Een hedendaagse ponton op de Schelde beladen met last onderweg naar Vlissingen-Oost 15 september 2013
Foto Karin van Maanen
Nauwelijks
opgestart had de werf natuurlijk behoefte aan gereedschappen, transportmiddelen
etc. Met de aspiraties om ook ketels en machines te bouwen was zwaar
transportmateriaal nodig. Voor dit doeleinde werd ‘ons’ werkvaartuig gebouwd.
Het was een nagenoeg vierkant geheel met als afmetingen 12 bij 10 meter en een holte van 1 meter. De bouwkosten
bedroegen totaal ƒ 5.846,88, de feitelijke kostprijs ƒ 5.499,04. Aan
arbeidslonen was men ƒ 1.257,90, voor smidswerk ƒ 323,21 en voor materialen ƒ
3.917,93 kwijt.
maandag 28 oktober 2013
Scheepswerf Kon.Mij. De Schelde en haar tekeningen 1875-
Het Scheldearchief bestaat in feite uit drie delen, te weten het directie-archief, de fotocollectie en tenslotte het tekeningenarchief. De afgelopen maanden is de overbrenging van dat laatste archief van het hoofdkantoor van Damen Schelde Naval Shipbuilding naar het gemeentearchief voorbereid en in september-oktober werd alles overgebracht. Naast een aparte serie tekeningen afkomstig van de machinefeabriek en ketelmakerij gaat het hierbij om de tekeningen van de Tekenkamer. De laatste serie tekeningen was onderverdeeld in marinescheepsbouw, koopvaardijscheepsbouw en overigen. De Kon. Mij. De Schelde heeft zich ook bezig gehouden met constructiebouw zoals bruggen en vliegtuigen. Helaas is van de laatste activiteit slechts een enkele tekening bewaard gebleven. De tekeningen die nu zijn overgebracht naar het gemeentearchief dateren uit de periode 1865-1970.
De hamvraag voor maritiem-historisch geïnteresseerden is natuurlijk: wat is er bewaard en kan ik dat inzien?
Van de machinefabriek annex ketelmakerij zijn circa 2.400 tekeningen bewaard gebleven. Deze zijn inmiddels allemaal beschreven. De oudste tekeningen dateren van 1876-1877 en betreffen de ketels geleverd voor de Concurrent I en II, gebouwd voor Arie Smit te Slikkerveer en de machine voor de stoomschoener Schelde. Uit de 19e eeuw en begin 20e eeuw zijn relatief veel tekeningen bewaard gebleven. Dat neemt af na de jaren twintig en vanaf de Tweede Wereldoorlog zijn nauwelijks tekeningen bewaard gebleven. Het is de bedoeling om deze bestanden te digitaliseren, te koppelen aan de beschrijvingen en het vervolgens via het internet aan te bieden voor raadpleging. Het streven is om dit medio 2014 te realiseren.
Van de afdeling scheepsbouw zijn een veelvoud aan tekeningen bewaard gebleven te beginnen vanaf het eerste schip dat er werd gebouwd. Echter van sommige schepen resteren slechts enkele tekeningen en van andere schepen weer honderden. Er waren in feite twee series, een serie nettekeningen en een serie calques. De serie nettekeningen beslaat zo'n 1.500 tekeningen en is voor 60% beschreven. Naar verwachting is in januari 2014 de gehele serie beschreven. Anders ligt dit bij de calques. Deze bevinden zich deels nog in de originele kokers en deels in zuurvrije dozen. De omvang is vooralsnog moeilijk te bepalen omdat veelal kleine tekeningen ingerold zijn tussen de grote tekeningen. Naar schatting gaat het om meer dan 10.000 tekeningen. De materiële staat van de calques is deels slecht. Dat komt door meerdere oorzaken. Afgezien van klimatologische invloeden (vocht-warmte-koude) zijn calques zeker op (relatief korte) termijn gevoeliger voor scheuren of nog erger in stukjes breken dan papier. Het is een proces dat wij kunnen vertragen maar niet stoppen. Daarnaast zijn er in het verleden geregeld scheuren gerepareerd met behulp van plakband. Dat plakband is inmiddels opgelost en vormt nu een uitstekende lijmlaag tussen de opgerolde tekeningen. Het resultaat laat zich raden. De tekeningen kunnen niet meer worden afgerold dan met gevaar voor (grote) schade. De bewerking van de calques gaat meerdere jaren duren. Dit komt door de hoeveelheid en door de materiële staat. De calques moeten worden beschreven, daarna volgt een eventuele digitalisering en beschikbaarstelling via het internet.
Maar welke informatie bieden de tekeningen ons. Dat is heel wisselend. Van pijpleidingen tot schroefbladen, van machines en ketels tot het geëtste glas in de deuren van de eetsalon van een Russisch koopvaardijschip uit de jaren vijftig van de 20e eeuw. Wil je meer weten over de verschillen tussen het meubilair voor de 1e, 2e en 3e klas passagiers en/of het bed waarin de kapitein sliep gelijk was aan dat van de stoker? Op dit soort vragen is straks een antwoord worden gegeven. Er is dus eigenlijk maar één maar, eerst moeten de tekeningen worden beschreven en daar zijn wij hard mee bezig.
De tekeningen waren opgeslagen in drie ruimten en speciaal daarvoor gemaakte kasten. Deze kasten werden in eigen beheer gemaakt op de Timmerfabriek.
Na de overbrenging van alle bewaard gebleven tekeningen naar het gemeentearchief hadden de tekeningenkasten geen nut meer. De tekeningen worden nu grotendeels bewaard in zuurvrije dozen in afwachting van verdere bewerking. Het lot van de kasten was dus de vuilniscontainer. In overleg echter heeft het gemeentearchief bedacht er goed aan te doen een klein deel te bewaren. Doel was en is zo een beeld te geven hoe de tekeningen vroeger bewaard werden. Bovendien zijn de kasten ook een stukje maritiem-historisch erfgoed. Van de bovenbouw resteert niets meer. Daarvoor is het plafond in de archiefbewaarplaats te laag. Van de onderbouw is een gedeelte bewaard gebleven en opnieuw opgebouwd.
De hamvraag voor maritiem-historisch geïnteresseerden is natuurlijk: wat is er bewaard en kan ik dat inzien?
Van de machinefabriek annex ketelmakerij zijn circa 2.400 tekeningen bewaard gebleven. Deze zijn inmiddels allemaal beschreven. De oudste tekeningen dateren van 1876-1877 en betreffen de ketels geleverd voor de Concurrent I en II, gebouwd voor Arie Smit te Slikkerveer en de machine voor de stoomschoener Schelde. Uit de 19e eeuw en begin 20e eeuw zijn relatief veel tekeningen bewaard gebleven. Dat neemt af na de jaren twintig en vanaf de Tweede Wereldoorlog zijn nauwelijks tekeningen bewaard gebleven. Het is de bedoeling om deze bestanden te digitaliseren, te koppelen aan de beschrijvingen en het vervolgens via het internet aan te bieden voor raadpleging. Het streven is om dit medio 2014 te realiseren.
Van de afdeling scheepsbouw zijn een veelvoud aan tekeningen bewaard gebleven te beginnen vanaf het eerste schip dat er werd gebouwd. Echter van sommige schepen resteren slechts enkele tekeningen en van andere schepen weer honderden. Er waren in feite twee series, een serie nettekeningen en een serie calques. De serie nettekeningen beslaat zo'n 1.500 tekeningen en is voor 60% beschreven. Naar verwachting is in januari 2014 de gehele serie beschreven. Anders ligt dit bij de calques. Deze bevinden zich deels nog in de originele kokers en deels in zuurvrije dozen. De omvang is vooralsnog moeilijk te bepalen omdat veelal kleine tekeningen ingerold zijn tussen de grote tekeningen. Naar schatting gaat het om meer dan 10.000 tekeningen. De materiële staat van de calques is deels slecht. Dat komt door meerdere oorzaken. Afgezien van klimatologische invloeden (vocht-warmte-koude) zijn calques zeker op (relatief korte) termijn gevoeliger voor scheuren of nog erger in stukjes breken dan papier. Het is een proces dat wij kunnen vertragen maar niet stoppen. Daarnaast zijn er in het verleden geregeld scheuren gerepareerd met behulp van plakband. Dat plakband is inmiddels opgelost en vormt nu een uitstekende lijmlaag tussen de opgerolde tekeningen. Het resultaat laat zich raden. De tekeningen kunnen niet meer worden afgerold dan met gevaar voor (grote) schade. De bewerking van de calques gaat meerdere jaren duren. Dit komt door de hoeveelheid en door de materiële staat. De calques moeten worden beschreven, daarna volgt een eventuele digitalisering en beschikbaarstelling via het internet.
Maar welke informatie bieden de tekeningen ons. Dat is heel wisselend. Van pijpleidingen tot schroefbladen, van machines en ketels tot het geëtste glas in de deuren van de eetsalon van een Russisch koopvaardijschip uit de jaren vijftig van de 20e eeuw. Wil je meer weten over de verschillen tussen het meubilair voor de 1e, 2e en 3e klas passagiers en/of het bed waarin de kapitein sliep gelijk was aan dat van de stoker? Op dit soort vragen is straks een antwoord worden gegeven. Er is dus eigenlijk maar één maar, eerst moeten de tekeningen worden beschreven en daar zijn wij hard mee bezig.
Machines voor de Noord-Brabant rond 1900 |
De tekeningen waren opgeslagen in drie ruimten en speciaal daarvoor gemaakte kasten. Deze kasten werden in eigen beheer gemaakt op de Timmerfabriek.
Tekeningenkasten machinefabriek/ketelmakerij |
Tekeningenkasten scheepsbouw |
Na de overbrenging van alle bewaard gebleven tekeningen naar het gemeentearchief hadden de tekeningenkasten geen nut meer. De tekeningen worden nu grotendeels bewaard in zuurvrije dozen in afwachting van verdere bewerking. Het lot van de kasten was dus de vuilniscontainer. In overleg echter heeft het gemeentearchief bedacht er goed aan te doen een klein deel te bewaren. Doel was en is zo een beeld te geven hoe de tekeningen vroeger bewaard werden. Bovendien zijn de kasten ook een stukje maritiem-historisch erfgoed. Van de bovenbouw resteert niets meer. Daarvoor is het plafond in de archiefbewaarplaats te laag. Van de onderbouw is een gedeelte bewaard gebleven en opnieuw opgebouwd.
![]() |
Tekeningenkast als bouwpakket |
![]() |
Opnieuw gebouwd in de archiefbewaarplaats en inmiddels deels gevuld met tekeningen |
woensdag 18 september 2013
Het fotoarchief van de scheepswerf Kon.Mij. De Schelde 1875-1970
Het gemeentearchief Vlissingen beheert al sinds enkele jaren het directiearchief van de scheepswerf Kon. Mijn De Schelde 1875-1970 en het 'grote' foto- en negatievenarchief van dezelfde werf. Om een idee te krijgen van de omvang van dat fotografiearchief, we praten over meer dan 100.000 foto's en negatieven. Zo zijn er enkele tienduizenden glasnegatieven bewaard. Over de eerste 40 jaar echter zijn helaas niet zoveel foto's aanwezig. Om deze rijke bron optimaal te kunnen gebruiken, zal nog heel wat werk verzet worden. Zo moet bijvoorbeeld de eerste serie glasnegatieven daterende van voor de Tweede Wereldoorlog gereinigd en gescand worden. Dat reinigen moet én secuur én heel voorzichtig gebeuren. Niet alleen omdat glas breekbaar is en vanwege het gevaar voor krassen. Het negatief dat gehecht wordt aan het glasnegatief is ook kwetsbaar, gemakkelijk te beschadigen en gevoelig voor vocht en temperatuurwisselingen. Op het archief hebben we enkele voorbeelden wat vocht en temperatuur kunnen aanrichten. Het lijkt wel alsof een slang zijn oude huid verliest. Het negatief komt los van de glasplaat, te beginnen vanaf de randen, het krult om en scheurt. Een niet omkeerbaar proces. Het verschil met de slang is echter dat deze blijft leven, het glasnegatief is ten dode opgeschreven. Na het reinigen kunnen de negatieven gescand worden bij daarin gespecialiseerde bedrijven. De volgende stap is aanpassing van de bestaande beschrijvingen: wat en wie staan erop, wat gebeurt, welk jaar etc. En dan - eindelijk -kunnen de resultaten digitaal aan het publiek worden gepresenteerd. Het gaat stap voor stap, en nooit snel genoeg niet naar onze zin en niet naar de zin van het publiek, maar het eindresultaat zal er naar zijn. Een fotoarchief niet alleen van belang voor Vlissingen of Zeeland, neen, wereldwijd! De Schelde bouwde niet alleen voor Nederlandse rederijen, maar van het begin af ook voor het buitenland bijvoorbeeld na de Tweede Wereldoorlog diverse schepen voor Rusland en Ghana.
Voor degenen die niet kunnen wachten, het gemeentearchief heeft zelf een schitterend fotoarchief met meer dan 50.000 foto's van straten, mensen, gebouwen en natuurlijk ook schepen. Via onze website BEELDCOLLECTIE al te zien.
Voor degenen die niet kunnen wachten, het gemeentearchief heeft zelf een schitterend fotoarchief met meer dan 50.000 foto's van straten, mensen, gebouwen en natuurlijk ook schepen. Via onze website BEELDCOLLECTIE al te zien.
vrijdag 14 juni 2013
De machinefabriek en ketelmakerij 1876-
Opgericht in 1875 kreeg de Kon. Mij. De Schelde een jaar later toestemming tot de oprichting van een smederij, machinefabriek, kopergieterij, ketelmakerij en een scheepstimmerwerf. Prins Hendrik was op 3 augustus aanwezig bij de opening van de machinefabriek annex ketelmakerij. Op 1 juli 1881 brak echter om 15.00 uur brand uit in de stookplaat van de ketelmakerij. De felle brand had grote gevolgen. De machinefabriek, het tekenkantoor, de modelmakerij en de kantoren van de ingenieurs gingen verloren. Dankzij een zuidenwind wist men de ketelmakerij en de kleine kappen te behouden.
De directie ging echter voortvarend te werk. In oktober was de herbouw van de fabriek door eigen personeel al in volle gang, hierbij geholpen door een rechtstreekse verbinding met het spoor voor aanvoer van de bouwmaterialen.
Directiearchief Kon. Mij. De Schelde 214.2000
De directie ging echter voortvarend te werk. In oktober was de herbouw van de fabriek door eigen personeel al in volle gang, hierbij geholpen door een rechtstreekse verbinding met het spoor voor aanvoer van de bouwmaterialen.
Directiearchief Kon. Mij. De Schelde 214.2000
Beeldcollectie GA Vlissingen FA23870
Ontworpen door de Schotse ingenieur William Hamilton Martin werd in iets meer dan een jaar bouwtijd een schitterend gebouw neergezet. De benodigde lichtkleurige Zeeuwse gebakken stenen werden geleverd door de steenbakkerij Suzanna Johanna van de Nieuwlandse firma Fak Brouwer. Het gebouw met als afmetingen120 x 26 x 22 meter was in tweeën gesplitst. Het grootste deel met een lengte van 80 meter was bestemd voor de machinefabriek geplaveid met houten blokken, het kleinste deel met een lengte van 40 meter was bestemd voor de ketelmakerij. Het gebouw riep vanaf buiten gezien het beeld op van een tempel door het gebruik van hoge boogvensters waarvoor in totaal 17.000 ruiten waren gebruikt. Binnen waren zuilengalerijen bestaande uit 42 holle in Engeland gegoten ijzeren kolommen die het gegalvaniseerd ijzeren dak ondersteunden. Via een ingenieus systeem werden deze kolommen gevuld met stoom waardoor de ruimte verwarmd werd. Het vele glaswerk zorgde voor voldoende lichtinval. Toen de vraag naar machines en ketels weer aantrok werd in 1887 de machinefabriek uitgerust met een nieuwe loopkraan en kwam in de ketelmakerij een hydraulische klinkmachine te staan, op dat moment de grootste ooit in Europa gefabriceerd.
In 1903 besloot men de ketelmakerij te vergroten en een deel van het open terrein te overdekken. De redenen voor dit besluit waren een toename van de werkzaamheden in machinefabriek en ketelmakerij en om de arbeiders die in de open lucht betere bescherming tegen het weer te bieden. Een toenemende vraag vroeg echter om structurele oplossingen. In 1911 besloot men tot de bouw van een nieuw gebouw voor de machinefabriek. Op 15 januari 1912 meldde de Vlissingse Courant dat de gemeente hiermee instemde. Het gebouw werd gerealiseerd op de kadastrale. percelen D 805, 858 en 1406-1408 (wat nu de Glacisstraat is). Iets meer dan een jaar later werd al toestemming gevraagd tot uitbreiding van deze fabriek. Hierbij werd het bestaande gebouw verlengd in de richting van de oostelijke Dokkade. In 1916 is sprake van een tweede uitbreiding waarbij ‘als beweegkracht zal worden aangewend elektriciteit van plm. 150 P.K.’
In 1919 werd de derde uitbreiding gerealiseerd. De uitbreidingen van 1916 en 1919 werden tegen de lange zijde van het uit 1912-1913 daterende gedeelte aangebouwd. In 1921 werd bovendien een ketelhuis (aan)gebouwd. De daarin geplaatste stoomketel moest de fabriek verwarmen. Rond 1940 had men plannen om nog eens drie hallen te bouwen tegen de uitbreiding van 1919 aan. Er is ook sprake van een bordes, vermoedelijk is dit aan de kopse kant parallel aan de Glacisstraat gerealiseerd.
Machinefabriek en ketelmakerij vervaardigden duizenden machines (onder meer in licentie gebouwde Sulzers) en ketels. In 1987 werd een deel van de in 1881 gebouwde ketelmakerij gesloopt, later werd ook het resterende deel gesloopt. De machinefabriek gelegen tussen de Glacisstraat en de oostelijke Dokkade tegenover de Houtkade is vandaag de dag niet meer als zodanig in gebruik..
Abonneren op:
Posts (Atom)