Naast onze omvangrijke fotocollectie beschikt het gemeentearchief Vlissingen ook nog over een Historisch Topografische atlas, misschien oneerbiedig aan te duiden als een prentenkabinet. Inderdaad er bevinden zich prenten in maar bijvoorbeeld ook kaarten. Jammer genoeg is deze atlas veel minder bekend bij het grote publiek dit ondanks de rijkdom die deze schatkamer bevat. Elke prent etc. wordt door ons zo nauwkeurig mogelijk beschreven inclusief datering. Alleen het achterliggende verhaal is vaak een stiefkindje. Soms omdat het onbekend is, soms omdat de tijd ontbreekt. Als voorbeeld dienen de volgende twee prenten die ogenschijnlijk niet aan elkaar gerelateerd zijn, uitgezonderd dat het gaat om een en dezelfde schip.
De negentiende eeuw wordt gekenmerkt door onder meer grote maatschappelijke en technologische veranderingen en ontwikkelingen. Voor de marine betekende dat bijvoorbeeld de overschakeling van zeil op stoomvermogen en het bepantseren van haar schepen. Ook onze marine ontkwam hier niet aan. Dit ondanks dat vele officieren minder gecharmeerd waren van de invoer van stoomvermogen. De herrie, het neerslaan van roet uit de schoorstenen en het vrijkomende kolengruis bij het bunkeren zullen daar debet aan zijn geweest plus een antipathie tegen nieuwigheden. Het was de marinewerf te Vlissingen die een grote rol speelde in dit veranderingsproces.
Het fregat De R(h)ijn bewapend met 44 kanonnen werd op 5 oktober 1816 te water gelaten op de Rotterdamse marinewerf. In maart 1813 was zij als de La Vestale op stapel gezet door scheepsbouwer P. Glavimans met de afmetingen 145 x 36,8 x 19 Franse voet of 55,25 x 12,3 x 5,75 meters en een waterverplaatsing van 2.485 tons. In 1814 werd zij toegewezen aan Nederland als deel van de herstelbetalingen en wederopbouw van onze marine en herdoopt in Rijn. In 1825 werd besloten haar te verlengen en te verbouwen tot een stoomschip. Zij werd in tweeën gezaagd en een stuk met een lengte van 23 meter werd er tussen geplaatst. De verbouwing liep op een mislukking uit. Dit was te wijte aan problemen met de door Cockerill, Seraing, België geleverde stoommachines en schepraderen. In 1830 opnieuw doorgezaagd werd een stuk verwijderd met een lengte van 16,7 meter verwijderd. Op de Amsterdamse marinewerf is zij uiteindelijk verbouwd tot een zeilfregat bewapend met 54 kanonnen.(1) Na terugkomst uit de Oost werd zij op 1 april 1851 buiten dienst gesteld en vanaf 1852 deed zij dienst als wachtschip te Hellevoetsluis, later te Willemsoord. In 1875 tenslotte werd zij gesloopt op de marinewerf te Hellevoetsluis in het zogenaamde Jan Blankendok. Dit droogdok is vergelijkbaar met het Vlissingse Dok van Perry zij het van jongere datum.
HTA digitaal nr. 3337. Omschreven als een gewassen inkttekening van de hand van H. Speeleveldt gedateerd 2 april 1826 met als omschijving dat het fregat De Rhijn op de werf te Vlissingen was doorgezaagd om te worden verbouwd tot een stoomvaartuig.
Het originele model wordt bewaard op het Rijksmuseum (NG-MC-427, duurzame URL:http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.244059)
Nadat de De Rijn weer was omgebouwd in een puur zeilfregat deed zij onder meer dienst in de Oost. Van haar laatste reis is een scheepsjournaal (toegang 112 inv.nr. 5624) bewaard gebleven. Dit journaal werd op 19 maart 1940 door T.C. Dommisse geschonken aan Van Grol. Het beslaat de periode 1 mei 1847 tot 1 April 1851 en werd bijgehouden door luitenant Kindt. Deze meldde zich op 1 mei 1847 aan boord van De Rijn op dat moment liggende in het dok te Vlissingen. Haar commandant was kapitein ter zee E.A. Jöhr. Op de 13e om 8 uur s. morgens vertrok het schip via de marinesluis naar de voorhaven waar men om 11.45 aankwam. De volgende dag verhaalde men naar de rede waar geankerd werd naast de Cerberus 'met heerlijk mooi zomerweder en gingen toen op ons gemak aan de Kaffij'. Wil je verder weten hoe de reis en het verblijf in de Oost verliep, kom dan maar het journaal inzien! Op 13 maart 1851 keerde men te Vlissingen terug, de 17e ging men in het dok [bedoeld is vermoedelijk de Dokhaven]. Na afgetuigd te zijn en alle etenswaren e.d. van boord te zijn gehaald werd op 1 april de vlag en wimpel neergehaald en met een drietal hoera's van de officieren en het detachement mariniers het schip buiten dienst gesteld.
HTA no. 4021 Deze schitterende tekening is verwijderd uit het scheepsjournaal en overgebracht naar de Historisch Topografische Atlas voor een beter materieel beheer.
Note
1. De Middelburgsche Courant d.d. 13 oktover vermeldde de tewaterlating van het 'schoon gebiuwde'fregat De Rijn geboord voor 60 stukken op de marinewerf te Vlissingen op de 11e in de aanwezigheid van civiele en militaire autoriteiten en een groot publiek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten