Totaal aantal pageviews

zondag 7 juli 2013

De voormalige Oostkerk

Grenzend aan de parkeerplaats is deze muur het laatste restant van de Oostkerk staande aan de oostzijde van de Dokhaven en de Onderstraat. Tussen 1650 en 1654 werd haar voorganger gebouwd. Op 14 januari 1749 ging dit gebouw samen met het arsenaal (ook bekend als ‘s lands zeemagazijn) door brand verloren. In 1752 werd een nieuwe kerk gebouwd.


Gemeentearchief Vlissingen PP722 circa 1905

Op 11 november 1807 ging de stad Vlissingen met haar grondgebied over in Franse handen en nam de Franse marine de Oostkerk in gebruik als magazijn. Vanwege de Franse aspiraties om zowel Vlissingen als Antwerpen verder in te richten als maritieme uitvalshavens voor de invasie van Engeland veroverden in 1809 Engelse troepen Vlissingen. Opnieuw ging het pand in vlammen op. Alleen de muren resteerden nog toen in 1812 het pand werd herbouwd als magazijn.


De Nederlandse marine nam in 1814 de werf in Vlissingen in gebruik. Vanaf 1815 doet het pand als magazijn no. 2 opnieuw dienst. Op de drie verdiepingen werden kabels en ander touwwerk en verder ankers en kettingen opgeslagen. Na het opheffen in 1869 van de marinewerf opgeheven, nam in 1875 de Kon. Mij. De Schelde het complex inclusief dit magazijn over. In de daaropvolgende decennia volgde een ingrijpende verbouwing, waarna het gebouw vanaf 1899 dienst deed als gieterij.


Gemeentearchief FA47426 anno 2012

Na sloop van de opstallen resteert vandaag de dag dit restant muur staande aan de achterzijde van de parkeerplaats langs de Koningsweg.

Van Dishoeckhuis


Gemeentearchief Vlissingen no. PP715
Op de Houtkade tussen het Droogdok en de Oostkerk verrees een heus stadspaleis. Anthonie Pieter van Dishoeck was de stichter van het huis. In de volksmond zou het pand tot aan de sloop in 1986 dan ook het Van Dishoeckhuis heten. Jan Pieter van Baurscheit de Jonge tekende voor het ontwerp. Hij is ook de architect van Der Boede in Koudekerke. Financiering van de bouw was niet echt een probleem. Vader Ewout van Dishoeck verdiende een fortuin in Bengalen en keerde in 1725 met een rijk beladen vloot terug uit de Oost. Anthonie Pieter werd in 1730 raad en was ook vele jaren burgemeester van de stad.

Eind 18e eeuw kocht Abraham van Doorn het pand. Hij was ook eigenaar van Der Boede. Hij verdiende zijn fortuin in de West. Van Doorn moest in 1803 het huis beschikbaar stellen aan Napoleon, die Vlissingen kwam inspecteren. Na de aftocht van de Fransen deed het pand tussen 1818 en 1965 dienst als stadhuis.
Op de achtergrond is de kaalslag in de tweede helft van de jaren 'vijftig goed zichtbaar, van rechtsboven naar linksboven het Dishoeckhuis, de gieterij en het lands magazijn beter bekend als het Arsenaal

Intussen greep de Koninklijke Maatschappij De Schelde steeds verder om zich heen. Het stadhuis aan de Houtkade kwam steeds meer geïsoleerd te staan. Ambtenaren konden elkaar soms niet verstaan door het geluid van de pneumatische hamers. In 1965 vertrokken zij naar het stadhuisplein. Er werden verhuisplannen voor het Van Dishoeckhuis gesmeed. Ondanks alle pogingen - dertig jaar lang – om het Van Dishoeckhuis te redden, lukte dit niet. Op 13 augustus 1986 deelde sloopbedrijf Sagro de eerste klap uit aan het oude raadhuis op de Houtkade.