Totaal aantal pageviews

vrijdag 9 juni 2017

Vlissingse HBS’ers corresponderen met oorlogsheld Nederlandse Shell tanker Ondina

tekening Ron van Maanen

Inleiding
In 2016 kwam het Gemeentearchief Vlissingen in het bezit van een plakalbum met daarin brieven, foto’s en prentbriefkaarten van bemanningsleden van de La Corona/Shell tanker Ondina. (1) De brieven schetsen het zeemansleven aan boord van een Nederlands koopvaardijschip in de jaren vijftig van de vorige eeuw, soms tot in de details.

Nederlandse vereniging tot adoptie van schepen
De in Schiedam gevestigde Nederlandse vereniging tot adoptie van schepen (NEVAS) streefde sinds 1946 ernaar dat scholen Nederlandse koopvaardijschepen adopteerden. De vereniging wilde de belangstelling van de jeugd voor de scheepvaartwereld bevorderen en adoptie van een schip was hierbij een belangrijk middel. Naast een briefwisseling tussen leerlingen en bemanning kon over en weer cadeautjes worden gestuurd. Door de bemanning gekocht tijdens hun reizen en vanuit de school bijvoorbeeld met sinterklaas en kerst. De Vlissingse RHBS adopteert de Ondina. Dat gaat niet geheel vlekkeloos. In 1950 schrijft haar kapitein P.J. Boudier dat vanwege allerlei omstandigheden de correspondentie is verwaarloosd. Het schip heeft gedurende langere tijd op de oost gevaren. Nu is het gerepareerd en onderweg naar Curaçao met vele nieuwe officieren. Het is de gelegenheid, schrijft Boudier, om zijn leven te verbeteren en te beginnen met een briefwisseling. Hij hoopt dat ook de leerlingen hier zin in hebben. Dat is inderdaad het geval. De correspondentie stokt later opnieuw maar wordt toch weer opgepakt. De laatst bewaarde brief van het schip dateert van 9 maart 1958. Kapitein C.J. van de Weijer bedankt voor de 87 brieven en het kerstpakket die eindelijk zijn aangekomen. Het schip wordt in 1959 buiten dienst gesteld en vervolgens gesloopt.

Het leven aan boord van de Ondina in de jaren vijftig
De brieven zijn niet van humor ontbloot. Zo wordt een ansichtkaart uit Dakar meegezonden waarop marktkooplui zijn afgebeeld met de woorden dat het gaat om de Afrikaanse versie van de patat frites kraam staande aan de Vlissingse Vissershaven. De leerlingen krijgen op elke vraag een serieus antwoord of het nu gaat om de medische zorg, de voeding of over de machinekamer.

De bemanning van de Ondina bestaat deels uit Nederlandse officieren en deels uit Chinese matrozen en ander personeel. Je gaat niet dagelijks naar huis, zo schrijft haar kapitein in 1957 dat het gebruikelijk is om 1 jaar aan boord te zijn en dan 2,5 maand verlof te krijgen. In Terneuzen wordt het gehele Chinese deel van de bemanning afgelost. Zij hebben dan bijna 2,5 jaar aan boord gewerkt! Het schip zelf begint haar leeftijd te voelen en vaart dan tussen Dakar, Trinidad, Las Palmas, Curaçao en Gent heen en weer. Toch gaat het weer naar het Verre Oosten toe en worden onder meer Yokohama, Nieuw Guinea en Singapore bezocht.
Maar het is niet alleen de kapitein die schrijft, ook bijvoorbeeld de marconist. Deze stuurt een briefje mee met daarop in het Chinees de cijfers 1-10 en vertelt en passant erbij dat dit ongeveer het enige Chinees is wat hij na 4 jaar heeft geleerd. Op zich is dat niet eens zo verwonderlijk want het dekpersoneel komt uit Foochow, de bedienden uit Hainan en het machinekamerpersoneel uit Kanton, elk met hun eigen dialect. Verder spreken de Chinezen vaak Maleis en Pidgin Engels. Dat Pidgin Engels wordt over de gehele wereld door zeelieden gesproken en de leerlingen krijgen het advies dan met name het school-Engels te vergeten.

Er zijn ook dieren aan boord, sommigen gewild anderen verre van dat. Kapitein Boudier heeft twee honden genaamd Puck en Viezerik. Viezerik omdat zij als puppie altijd door de smerigheid heen kroop. De duiven van de eerste machinist zijn weggevlogen in Maracaibo en nooit meer teruggekeerd. Ongewenste gasten zijn enige honderdduizenden kakkerlakken en verder ook wandluizen.

Tweede Wereldoorlog
De Ondina was niet een doorsnee tanker. Zij is het eerste Nederlandse koopvaardijschip dat een Koninklijke Vermelding bij Dagorder – op 9 november 1948- zou krijgen. Dit is een Koninklijk Besluit verleend aan schepen van de Koninklijke Marine of onder Nederlandse vlag varende koopvaardijschepen die zich in de strijd na 10 mei 1940 een bijzondere daad heeft verricht. En dat heeft de Ondina!

In 1939 breekt de Tweede Wereldoorlog uit en waarbij tussen 1940-1945 Nederland door Duitsland werd bezet. In het Verre Oosten breekt de oorlog pas uit na de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941. Een dag later verklaart ons land de oorlog aan Japan. Op dat moment is Nederlands-Indië (het huidige Indonesië) met de belangrijke oliebronnen nog steeds een Nederlandse kolonie. De Nederlandse koopvaardij moet vanaf dan ook op de hoede zijn voor Japanse schepen. Dat hoeven niet alleen echte oorlogsschepen te zijn. Ook zogenaamde hulpkruisers vormen een wezenlijk gevaar. Een hulpkruiser is niet meer dan een snel varend koopvaardijschip met een (soms zware) bewapening. 


Aikoku Maru and Hokoku Maru

Samen met haar escorte, de British-Indische mijnenveger H.M.I.S. Bengal, komt midden op de Indische Oceaan de Ondina op 11 november 1942 in gevecht met de Japanse hulpkruisers Hokoku Maru en Aikoku Maru.(2) Het gevecht heeft een onverwachte afloop. Een (gelukkig?) schot met het 10,2cm kanon op de Ondina raakt de Hokoku Maru die vervolgens in de lucht vliegt. Nadat de munitie op is, wordt de witte vlag gehesen en de Ondina door haar bemanning verlaten. De Aikoku Maru torpedeert de Ondina en vertrekt, ervan uitgaande dat zij zinkende is. Bemanningsleden van de Ondina keren terug en weten met het zwaar beschadigde schip op 18 november Fremantle, Australië te bereiken. Vijf opvarenden, waaronder haar kapitein Horsman, overleven het gevecht niet. Op 16 juni 1945 komt zij als eerste tanker het inmiddels bevrijde Rotterdam binnenvaren.

Noten
1. Te water gelaten bij de Nederlandse Dok&Scheepsbouwmaatschappij te Amsterdam op 29 april 1939 en voltooid op 1 augustus 1939. Met een bruto tonnage of 9.070 tons waren haar afmetingen 130,49 x 16,62 x 6,40 meters. De Werkspoor 6-cilinder 2.800pk diesel maakte een maximum snelheid van slechts 12 knopen mogelijk. Tijdens de oorlog was zij bewapend met 1-10,2cm kanon en een aantal machinegeweren.
2. The Hokoku Maru-klasse hulpkruisers bestond uit de Hokoku Maru, Aikoku Maru en Gokoku Maru (ex-Kokouk Maru) , oorspronkelijk gebouwd als passagiersschepen voor de Osaka Mercantile Steamship Co. Ltd. maar in 1941-1942 toegevoegd aan de Japanse marine. Waterverplaatsing 7.529 tons en als afmetingen 160,8 x 20,1 x 12,5 meters. De Hokoku Maru had een snelheid van 21,1 knopen en een bewapening van 8-15cm kanons, 2-7,62cm kanons and 4-53,3cm torpedobuizen. De Aikoku Maru had een snelheid van 20,9 knopen  en een bewapening van 8-14cm kanons, 4-2,5cm anti vliegtuig kanons en 4-53,3cm torpedobuizen.