Ick wenste wel dat ick wist hoe dat het u verloossinge
gegaen was daer ick zeer ongerust in bin. Ick ope omers als u bange gevallen
heeft, dat die goede godt sijne handt niet verkeerdt en sal gewees hebben om u
een blijde moeder te maecken […]
Verder schrijft hij dat hij graag een vaatje suiker zou
sturen, maar dat is nog niet gelukt omdat ‘men op de menscheen niet gelooven
mocht.’
Ook had hij graag pijpen, tabak, schoenen en andere droge
waren meegenomen naar Suriname in plaats van het bier en vlees waar geen vraag
naar is. Ook vraagt hij een half vat brandewijn te sturen, want dat spul is
duur in Suriname. Op het laatst van de brief verzucht hij nog een keer of ze
hem eens wil schrijven: ‘daer ick soo naer verlange hoe dat het met u en ons
kindt gaedt.’ Hij eindigt de brief met ‘dit is met aes geschreven, deurdien dat
ick altidt geroopen woorden.’
Woorden als ‘ope’ (hoop) aes (haast) verraden de Zeeuwse
tongval. Er valt nog veel meer uit een dergelijk brief te halen.
Kien adresseerde de brief al volgt:
Aen Marija Jans, woonende
In de Brewaeterstraete
Neffens de drij roonde
Rijngen tot Vlissingen
Zo komen we ook weer een huisnaam te weten: de drie ronde
ringen.
Daaronder staat: met vrijendt die Godt
bewaerdt over zee
De brief is nooit bezorgd. Brieven en allerlei andere te
verzenden stukken zijn meegegeven aan kapitein Cornelis Bastiaensz, ook de
brief van Cornelis Kien zat hierbij. Op de terugreis van Suriname naar Vlissingen
wordt het schip de Fort Zeelandia door de Engelsen gekaapt.
We zitten op dat moment in de derde Engelse oorlog. Ten
tijde van oorlog is het niet ongebruikelijk om elkaars schepen op te brengen
als prijs. Wat dan volgt is een openbare verkoping van schip en inhoud. Deze
zogenaamde kaapvaart was voor Vlissingen zelfs de voornaamste bron van
inkomsten in oorlogstijd. Alle documenten die men aantreft op een schip worden
in beslaggenomen en doen dienst als bewijsmateriaal.
Het Nederlandse materiaal is tot op de dag van vandaag
bewaard en is in te zien in The National Archives in Kew bij Londen. In totaal
gaat het om een 1000 grote dozen met archiefbescheiden over de periode
1650-1830, waarin naar schatting 38.000! brieven zitten. Een klein deel is
gedigitaliseerd en getranscribeerd. Veel moet nog worden uitgezocht.
Verschillende Nederlandse culturele instellingen houden zich met dit bijzondere
archief bezig. Vorige week verscheen deel 5 van deze zogenaamde Sailing
Letters. Hierin een collage van getranscribeerde brieven uit en naar de Oost en
de West. (Zie ook het artikel van Jan van Damme in de PZC van zaterdag 23
november 2013 met de titel: ‘Met de groeten van toen’.
De hierboven aangehaalde brief is te vinden op de site: http://www.gekaaptebrieven.nl/tekst/brief/2849.
U kunt voor dit project ook een kijkje nemen bij:
U kunt voor dit project ook een kijkje nemen bij:
Natuurlijk kunt ook de inventaris raadplegen van de High
Court of Admiralty. Onder die noemer is het archief in The National Archives
terug te vinden:
In 2015 bestaat Vlissingen 700 jaar. Het zou mooi zijn als
er dan ook een boek met Vlissingse brieven verschijnt. Dit idee wordt momenteel uitgewerkt. Voorlopige titel: Liefs uit Londen.
Het stadsarchief van Vlissingen is blij met een dergelijk
archief. Voor 1809 ontbreekt het ons immers aan veel materiaal vanwege de
Engelse aanval in 1809 op de stad. Hierbij ging het stadhuis in vlammen op en
ook het archief dat op de zolder lag. Ja de Engelsen mogen best wel eens een doos
Vlissingse brieven alsnog bezorgen. Het afleveradres is dan het
gemeentearchief. Dan beschouwen wij de zaak als afgedaan.