Historische topografische
Atlas
Het gemeentearchief Vlissingen is in het
bezit van een grote en rijke historische topografische atlas. Bij ‘rijke’ moet
niet direct aan geld worden gedacht, maar meer aan de cultuur-historische
waarde. De tekeningen, prenten en dergelijke brengen de Vlissingse en nationale
geschiedenis letterlijk en figuurlijk in beeld. Achter elke prent zit één of
meerdere verhalen. De 19e eeuwse prent waarover ik nu het wil
hebben, toont een afbeelding van het fregat de Diana. Het bijbehorende
onderschrift is helaas slecht te lezen. Echter het woord ‘Algiers’ valt op.
Maar wat hebben de Diana en Algiers
en christenslaven nu met elkaar te maken? In het volgende stukje wordt daar
dieper op ingegaan.
Barbarijse staten en slaven
In 2013 en 2013 wordt veel
aandacht besteed aan de Transatlantische slavenhandel en de afschaffing van de
slavernij en het Nederlandse aandeel hierin. Het feit dat ook de Verenigde
Oostindsche Compagnie geen schone handen had, krijgt veel minder aandacht. Maar
ook zeelieden die met name op de Middellandse Zee voeren, liepen een zeker
risico tot slavernij te worden veroordeeld. Eeuwen lang werden de schepen
uitgerust door de Barbarijse Staten gevreesd. Deze staten moeten worden
gesitueerd langs de Noord-Afrikaanse kust waarbij het gaat om de hedendaagse
landen Marokko, Algerije, Tunesië en Libië. Ondanks dat het ging om vazalstaten
van de Turkse sultan hadden zij een grote zelfstandigheid of beter gezegd eisten
zij die op. Het gevolg was dat Europese en Noord-Amerikaanse koopvaardijschepen
geterroriseerd werden door deze Barbarijse piraten. Algiers was één van de
voornaamste uitvalbases en rustte de grootste vloot uit. De regeringen van
bijvoorbeeld de Republiek der Verenigde Nederlanden en Denemarken boden grote
geldbedragen aan indien men hun schepen ongehinderd liet passeren. Helaas
gebeurde het regelmatig dat toch een schip werd geplunderd en haar bemanning
gevangen werd genomen en eindigde in slavernij. Geregeld zonden Europese staten
oorlogsschepen om aan deze praktijken een eind te maken. Echter zonder veel
resultaat. Ook onze nationale en Vlissingse held De Ruyter trachtte dit
tevergeefs. De bekende slavenkas van Zierikzee was ingesteld om zeelieden
afkomstig uit Zierikzee uit de Barbarijse slavernij vrij te kopen.
Aan het eind van de 18e
eeuw was geheel Europa in een strijd op leven en dood verwikkeld. Nederland was in 1795
veroverd en was sindsdien niet meer dan een Franse vazalstaat bekend als de
Bataafse Republiek. In 1797 leed de Nederlandse vloot bij Kamperduin een
ontluisterende nederlaag tegen de Engelse marine. Uiteindelijk werd Nederland zelfs een deel
van het Franse keizerrijk. Tijden verkeren echter. In 1814 vocht Nederland aan
de zijde van Engeland toen Napoleon in 1815 terugkeerde van zijn
verbanningsoord op Elba en opnieuw - zij het tevergeefs- een greep naar de
macht deed. Deze roerige periode tussen 1793 en 1815 gaf de Barbarijse piraten
wel veel speelruimte. Nadat de rust in 1815 was weergekeerd, kon men in Europa
de aandacht weer op andere problemen richten.
Algiers beschoten in 1816
In 1816 besloten Engeland en
Nederland gezamenlijk op te treden tegen de Dei van Algiers. Er werd een
gezamenlijk eskader uitgerust onder het commando van admiraal Lord Exmouth, de
Diana was een van de fregatten die Nederland meestuurde. Op 27 augustus werd de
stad Algiers onder vuur genomen. De Dei van Algiers had namelijk het juist
gesloten verdrag op bloedige wijze ter zijde geschoven. Het bombardement leverde
een nieuw verdrag, ondertekend op 24 September, op. Bovendien werden maar
liefst 1.083 christen slaven bevrijd, gevolgd door later nog eens 3.000 slaven.
Echter de vrede was van korte tijd. Algiers en de andere Barbarijse staten hervatten
hun piraterij. De personele verliezen aan de zijde van de Engelsen en
Nederlanden waren zwaar. Zo waren aan boord van de Diana 6 doden en 22 gewonden
te betreuren. De Middelburgsche Courant van 10 september 1816 publiceerde een
extract uit een brief geschreven aan boord van de Diana op 10 augustus liggende
te Gibraltar. De brief is in alle haast geschreven want de volgende morgen
vertrekken zij om Algiers’’plat
te schieten’. ‘Daar was volgens de briefschrijver wel alle reden toe:’Ik geloof
nu wel dat het menens zal zijn; ten minsten de Engelschen hebben er wel reden
toe dewijl de Algerijnen alle de Engelschen, die in hunne stad waren, vermoord
hebben.’
Een Engelse fregat aangekocht
De Diana en haar
zusterschepen werden ontworpen door sir John Henslew. De Artois-klasse waartoe
zij behoren, werd goedgekeurd op 2 Maart 1793. Op 28 maart werd opdracht
gegeven aan de scheepswerf van Randall&Co. te Rotherhithe haar op stapel
zetten iets wat dezelfde maand nog plaatsvond. Het jaar daarop werd zij op 3
maart te water gelaten en op 6 juni werd zij liggende op de marinewerf te
Deptford in dienst gesteld. Haar bouwkosten inclusief de eerste uitrusting
bedroegen 21.991 Engelse ponden. Bewapend met 38 kanons waren haar afmetingen
121’8½”(kiel)-146‘3“(geschutsdek) x 39’1½” x 13’0” en mat 999 43/54 tons, alles
in Engelse maten. Zij kon ‘gelijk aan de bak’ en was op 23 augustus van dat
jaar al betrokken bij de vernietiging van het Franse fregat La Voltontaire. In
de daaropvolgende jaren veroverde zij diverse kapers en was verwikkeld in
gevechten met Franse oorlogsschepen. In 1812 kreeg zij haar hard verdiende rust
toen zij werd opgelegd te Plymouth gevolgd door grote reparaties tussen maart
1813 en September 1814 op de scheepswerf van Isaac Blackburn, Turnchapel. De
volgende stap was haar opnieuw uit te rusten en gereed te maken voor de
volgende stap in haar loopbaan. Dat gebeurde op de marinewerf te Plymouth tussen September
1814 en de eerste maanden van 1815. Die volgende stap was een opvallende, zij
werd verkocht aan de voormalige vijand: Nederland.
Voor het luttele bedrag van 36/796 Engelse ponden werden wij de nieuwe
eigenaar.
Nadat het Franse juk was
afgeworpen en men in Nederland
met de wederopbouw begon, bleek al snel dat onze marine niet veel meer
voorstelde. Op papier was zij formidabel met een groot aantal linieschepen en
fregatten, de werkelijkheid lag anders. Vele schepen waren gebouwd van
inferieure bouwmaterialen, iets wat al snel leidde tot grote problemen. De
aankoop van een fregat dat haar sporen had verdiend was een weloverwogen keuze.
Een keuze die al snel op zijn waarde werd geschat. De exacte datum dat zij in
dienst werd gesteld als een Nederlands oorlogsschip verschilt. Het koninklijk
besluit den dato 27 maart no. 2 spreekt van een indienstelling onder het
commando van kapitein Ziervogel met een bemanning van 280 koppen. Op 19 juni
ging zij het zeegat uit met de Nederlandse vlag in top. Na haar optreden te Algiers in 1816 keerde zij terug naar Nederland. Op 26 oktober arriveerde de Diana
in Vlissingen en
op 30 oktober werd zij uit dienst gesteld.
Het einde van de Diana
Zij deed ruim twintig jaar
dienst bij de Koninklijke Marine tot zij op 15 November 1838 buiten dienst werd
gesteld. Niemand zal vermoed hebben dat zij binnen enkele maanden verloren zou gaan.
In de Overijsselse courant van 22 januari 1988 wordt een bericht opgenomen
gedateerd Den Helder
de 17e. Daaruit bleek dat een dag eerder om 21.30 uur, een grote
brand uitbrak aan boord van de Diana, die op dat moment in het droogdok op de
marinewerf te Willemsoord (Den Helder) lag. Ondanks alle pogingen om de brand
te blussen greep deze zo snel om zich heen dat het bovenschip geheel
uitbrandde. Men was de brand pas de volgende morgen om 10 uur meester. Het wrak
werd verkocht voor ƒ 15.750.
Advertentie uit de
Nederlandsche Staatscourant van 30 maart 1839 tot verkoop van het wrak
Bronnen
Scheepsjournalen Archief
Ministerie van Marine (Nationaal Archief te ‘s-Gravenhage).
Aanhangsel na 1813 inv.no. 55
Archief Ministerie van Marine (Nationaal Archief te ‘s-Gravenhage).
A.J. Vermeulen. De schepen
van de koninklijke marine en die der gouvernementsmarine 1814-1962.
Rif Winfield. British Warships in the Age of Sail
1793-1817. Design, Construction, Careers and Fates. 2005.
Historisch-Topografische
Atlas Gemeentearchief Vlissingen ID 487.
Overijsselsche Courant van 22
januari 1839.
Nederlandsche Staatscourant
van 30 maart 1839.
Middelburgsche Courant van 10
september 1816.