In onze werkkamer hangt aan de muur een enigszins naïef aandoend maar kleurrijk schilderij van de hand van G. Brakkee. Het is geschilderd aan de hand van een prent uit 1779 en het stelt de Admiraliteitswerf in Vlissingen in dat jaar voor. Het is een gezapige voorstelling. Een schip dat in de spanten staat, een aantal scheepslieden aan het werk en op de achtergrond het -niet meer- bestaande Arsenaal, een oorlogsschip en een drietal kleinere scheepjes. De werkelijkheid ligt echter anders.
Het bewuste schilderij van G. Brakkee
Het origineel zoals zich dat bevindt in de Topografische Atlas HTA0354, zij het dat ik de sierranden en de onderstaande tekst heb weggesneden. J. Arends schreef dat hij de werf had weergegeven gezien vanuit de mastloods. Het onderschrift luidt verder 'Dit 's Zeelands ruime Werv, waar op een zeekasteel Gebouwd werd en getuigd, om fier ten krijg te vaaren.
In de 18e eeuw was de vloot van de Republiek der Verenigde Nederlanden slechts een flauwe schim van de 17e eeuwse. Door voortdurend geldgebrek werd nauwelijks nog nieuwbouw gepleegd laat staan dat schepen werden uitgerust. Dit gold ook voor de Zeeuwse admiraliteit met werven in Vlissingen, Veere en Zierikzee waarbij Vlissingen de grootste was. Bijkomend geluk was dat de Republiek niet zoals een eeuw eerder bijna voortdurend in oorlog was. Sinds stadhouder Willem III koning werd van Engeland, waren beide staten bondgenoten. Alleen ten tijde dat de prent in 1779 werd gemaakt, waren de tijden veranderd. De Republiek raakte steed meer betrokken bij de Amerikaanse Vrijheidsoorlog toen deze kolonie zich van het moederland Engeland wilde los maken. Vanuit het eiland St. Eustatius bekend als de Golden Rock werden wapens en munitie geleverd aan de opstandelingen. De Republiek koos niet de partij van Engeland toen Frankrijk dit land in 1778 de oorlog verklaarde, maar koos ervoor zich aan te sluiten bij de neutrale staten als Denemarken en Rusland. In 1780 verklaarde Engeland de Republiek de oorlog die formeel pas in 1784 eindigde. Een uitgebreid bouwprogramma moest de Republiek weer tot een belangrijke zeemacht maken. De Goes stond al op stapel toen de oorlog uitbrak, maar al snel werden nog twee grote schepen op stapel gezet.
Op zowel de prent als het bewuste schilderij staat een schip in aanbouw afgebeeld met op de achtergrond nog twee schepen, waarvan minimaal een ook een oorlogsschip is. Jammer genoeg worden geen namen genoemd. Betekent dit dan dat het een anoniem geheel wordt? Neen, de rekeningen van de Vlissingse equipagemeester Maarten Haringman bieden uitkomst.
In 1779-1780 was Haringman verantwoordelijk voor de uitrusting van vijf grote en twee kleinere oorlogsschepen. Het oorlogsschip dat op de achtergrond bij het Arsenaal zichtbaar is, is vermoedelijk een van deze vijf schepen. Dit waren de Zierikzee (1733), Zuijdbeveland (1746), St. Maartensdijk (1756), Brunswijk (1761) en Walcheren (1767). Op de St. Maartensdijk na waren deze schepen alle te Vlissingen gebouwd; tussen haakjes het bouwjaar.
Detailopname van het schip op stapel staande
Model NG-MC-265, Rijksmuseum Amsterdam, Originele url
Volgens het Rijksmuseum stelt dit model de Zeeland voor, gebouwd in 1782 op de Vlissingse Admiraliteitswerf. Het model is afkomstig uit de Marine Modellenkamer en is destijds beschreven door Obreen als zijnde de Stad Goes uit 1781. De Goes behoorde tot het vierde charter met als afmetingen van 154 x 43 x 19 voet, een bewapening van 50-58 kanons en een bemanning van 300 koppen. In 1781 was Stavorinus haar commandant. In 1797 werd het schip tenslotte gesloopt.
Haringman vermeldt ook de aanbouw (in 1780) van een nieuw oorlogsschip genaamd Goes, dit is het schip wat op het schilderij in aanbouw was. De bouw van zo'n schip was een bron van inkomsten voor de plaatselijke middenstand en nijverheid. Zo kreeg Berbera Flaman ƒ 03:06:03 voor het naaien van vlaggen, de weduwe Cappelle ƒ 03:18:08 voor het leveren van katoen voor dezelfde vlaggen en Pieter Steve kreeg ƒ 64:07:00 voor het gieten van metalen harten voor de blokken. De Goes werd gebouwd door meester timmerman Jacobus van Drongelen. Dezelfde Van Drongelen ontwierp ook de 1780-1781 aangelegde kielkade. De tewaterlating op 21 mei 1781 ging onder het genot van enige wijn, zo werden 8 stoop [=192 liter] wijn geleverd. Bij het dopen op 23 December 1780 waren 21 bodders wijn geleverd. In deze jaren werden nog twee oorlogsschepen op stapel gezet. Hiervoor was zelfs de aanleg van een extra scheepshelling nodig. Het betreft de Zeeland (172 x 46 6/11 x 21'5" voet) en de Tholen (159 x 42 x 16 voet), beide gebouwd door meester timmerman Willem Udemans afkomstig van de V.O.C. werf te Middelburg. Dat in Vlissingen gebrek was aan genoeg deskundig personeel blijkt uit het geregeld inzetten van personeel van de V.O.C. werf. Sterker nog, in 1781 werden respectievelijk 15 en 22 timmerlieden afkomstig uit Groningen en de Ommelanden naar Vlissingen gehaald.
Historisch Topografische Atlas Gemeentearchief Vlissingen cat.nr. 1411
Een deel van de Staatse vloot liggende ter hoogte van Rammekens rond 1783, De Goes wordt aangeduid met de letter B
Geen opmerkingen:
Een reactie posten