Totaal aantal pageviews

donderdag 4 september 2014

Stoommachines en schepen uit Vlissingen: William Hamilton Martin

Denk je aan de Industriële Revolutie dan zijn fabrieken, stoommachines en fabrieksarbeiders onmisbare elementen. Nederland liep hierbij ten opzichte van Engeland (inclusief Schotland) en België achter. Pas vanaf circa 1850 kwam er goed de gang in. Vlissingen moest nog even wachten. De marinewerf bood aan honderden arbeiders werk en er werd geëxperimenteerd met stoom en nieuwe technieken maar de werf werd in 1867 opgeheven. In 1875 besluiten een aantal mensen een scheepswerf annex machinefabriek-ketelmakerij op te richten. Op dat moment is er geen sprake van grootschalige industrie c.q. nijverheid in de stad. Ja, er is een chocoladefabriek, een sigarenfabriek en een zeepziederij maar daar houdt het wel een beetje mee op. De uitbreiding en verbetering van het spoornetwerk en de havenwerken hebben ook (nog) niet het gewenste resultaat opgeleverd.

Arie Smit en de andere aandeelhouders hebben grootse plannen. Maar daarvoor heb je wel gebouwen, gereedschap en niet te vergeten inspirerende en goed opgeleide werknemers nodig. De Kon.Mij. De Schelde nam een aantal mensen aan die het bedrijf door de eerste en moeilijke jaren heen sleepten. Als directeur wordt Joseph van Raalte benoemd. Hij blijft dat gedurende 44 jaar. Zijn neef is consul in Glasgow, Schotland, wat zorgt voor belangrijke contacten met de firma John Elder&Co. Deze Schotse firma is bereid haar (technische) kennis etc. te delen waardoor men in Vlissingen elk schip of machine kon bouwen waarnaar vraag was.

Gemeentearchief Vlissingen Beeldbank nr. FA2693

Maar in 1875 verscheen nog een Schot op het Vlissingse toneel. William Hamilton Martin was zijn naam. Geboren in 1850 in hetzelfde Glasgow, verhuist hij in 1862 als wees naar Nederland. Hij wordt opgevangen door zijn oom David Christie in Rotterdam en in diens machinefabriek als tekenaar aan het werk gezet. Vijf jaar later overlijdt zijn oom. William gaat vervolgens aan de slag bij de Rotterdamse firma Burgerhout en Kraak. Hier begint zijn technisch inzicht steeds meer op te vallen. Stoommachines voor sleepboten en stoomketels waren zijn specialiteit. Deze jonge man, slechts 25 jaar oud, wordt aangetrokken om in Vlissingen de bouw van stoommachines en –ketels van de grond te krijgen. Dat lukte wonderwel. Toen de machinefabriek na slechts enkele jaren afbrandde, ontwerpt hij een nieuw gebouw. Met de vele boogramen had het wel wat weg van een kerk.

Gemeentearchief Vlissingen Beeldbank nr. FA23870


Directiearchief Kon. Mij. De Schelde 214.2000


In de daaropvolgende jaren verbetert hij diverse bestaande ontwerpen en past nieuwe technieken toe. Ook de nieuwste snufjes op het gebied van machines en gereedschap komen naar Vlissingen. Een voorbeeld is de eerste hydraulische klinkmachine in Nederland.

Zijn technisch inzicht wordt door ook anderen ingezien. De gemeente vraagt hem in 1883 om advies waarom de stoomtram tussen Middelburg en Vlissingen continue uit de rails loopt. In 1886 slaat William onverwachts een andere weg in. Hij vraagt de gemeente Vlissingen om toestemming voor het bouwen en vervolgens exploiteren van een wandelpier annex wandelsteiger gelegen aan het strand. Twee jaar later blijkt echter dat niet hij maar de gemeente de steiger wil gaan exploiteren.

Archief Kon.Mij. De Schelde Koopvaardijscheepsbouw nr. 533.1741

Niet terneergeslagen gaat William door met doen van uitvindingen. Zo wordt een ventilatiesysteem voor stookplaatsen door hem uitgevonden. Op deze gewoonlijk toch warme plaatsen wordt het nu zelfs als koud ervaren! Bang aangelegen is hij bepaald niet. In 1899 vindt een spoorwegongeluk te Vlissingen plaats. William zit in de volgende trein en grijpt onmiddellijk in als hij ziet dat de stoomketeldruk in de locomotief oploopt. Om een ramp te voorkomen, sluit hij de kraan waardoor de stoom kan ontsnappen. In latere jaren wordt zijn technische kennis ook gebruikt om offertes uit te brengen voor de bouw van schepen. Zo maakt hij een reis naar Griekenland voor de eventuele bouw van oorlogsschepen door De Schelde. Ernstig ziek gaat William in 1917 naar Rotterdam waar hij toch plots komt te overlijden. Hij wordt echter begraven in Vlissingen. Ook na zijn dood blijft men schepen, machines, ketels en later zelfs vliegtuigen bouwen in de Vlissingse binnenstad. In 1975 loopt het laatste schip van stapel. Vandaag de dag resteren nog ‘tastbare’ herinneringen als de machinefabriek, timmerfabriek en de scheepshellingen.

Grafzerk Martin te Vlissingen april 2014

Leestips
Stenen documenten: het graf van ingenieur Martin

De hellingen in de Dokhaven

De kappen op de marinewerf en Schelde werf

De machinefabriek en ketelmakerij 1876-

G.A. de Kok. De Koninklijke Weg. Honderd jaar geschiedenis Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen 1875-1975.
J. de Ridder. Van timmerwinkel tot stadsmonument.

Tips
Gemeentearchief Vlissingen de beheerder van het papieren (vanaf 1505) en deels digitale erfgoed en met een foto- en prentbriefkaartencollectie van meer dan 50.000 stuks. Onder het tabblad Geschiedenislokaal staan diverse artikelen betreffende de geschiedenis van Vlissingen, Ritthem en Souburg. Het gemeentearchief heeft ook een eigen Weblog  met artikelen over onder meer de maritieme geschiedenis en wat een archief eigenlijk is.

Bibliotheek Vlissingen met een rijke collectie aan boeken en tijdschriften over de geschiedenis van Vlissingen, Ritthem en Souburg.

Zeeuws Maritiem muZEEum met een rijke collectie aan voorwerpen waaronder scheepsmodellen en waarbij ook de geschiedenis van de scheepswerf Kon.Mij. De Schelde aan bod komt.

Stichting Scheepsbouw Geschiedenis welke zich bezig houdt met de geschiedenis van de scheepswerf Kon.Mij. De Schelde en onder meer rondleidingen verzorgt, in de voormalige Verbandkamer allerlei voorwerpen tentoonstelt etc.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten